Woensdag 19 maart was mijn laatste vlucht met de baas en meteen erna kon ik met een Nederlandse man weg. Hij is de baas van de KLM vlucht van Schiphol naar Entebbe en hij heet Ben. Ze blijven dan één of twee dagen over voordat ze weer teruggaan. Dus dan ga je leuke dingen doen.
We zijn naar het idyllische eilandje van Tim, Bulago, gegaan. Op de heenweg zagen we vlak boven het water bruine pluimen. Boven land zou je zeggen dat het opwaaiend stof is, maar boven water kan dat niet. We zagen het van een behoorlijke afstand en het was dus echt wel groot. Later bleken het enorme wolken muggen te zijn.
We zijn over het eiland gewandeld en het was erg leuk om het zo eens van deze kant te bekijken. In Nederland ben ik wel eens jaloers op dit deel van het verkeersvliegersvak: je ziet de wereld. En nu sta ik aan de andere kant en beleef ik hoe een verkeersvlieger geniet van het zien van een deel van de wereld.
Na Ben kwam Sarah. Zij is bezig met rechtuit en horizontaal vliegen, bochten leren en zo meer. Dus we hebben het er eens over gehad en het bleek dat zij niet wist dat je krachten met vectoren kan uitbeelden. Dus ik stelde haar gerust dat ze dat dan wel op school zou krijgen. Ze is iets van zestien jaar. Toen vertelde ze dat ze de middelbare school al af heeft. Daar stond ik wel even van te kijken, maar goed: dat stuk is snel genoeg bijgespijkert.
Donderdag 20 maart zou ik naar Bugungu. Voor de eerste keer alleen. Ik heb er bijna niet van geslapen. Ik was zo opgewonden! Maar je kent de mop wel van die man die naar Bugungu ging? Hij ging niet! De passagier heen kwam niet opdagen en na enig belwerk bleek hij al in Bugungu te zijn! Nog even verder bellen leverde ook geen retour passagiers meer op. Je kan je voorstellen dat ik behoorlijk teleurgesteld was.
Gelukkig kon ik ’s middags nog met David en Patrick vliegen. David is Engels en heeft in Engeland sociologie gestudeerd. Hij is met een ontwikkelingsproject in Uganda terecht gekomen en daar heeft hij een lieftallige Ugandese ontmoet en daar is hij mee getrouwd. Na enige tijd in Engeland te hebben gewoond zijn ze weer terug. Zij is universitair op meerdere vakgebieden geschoold en ze heeft hier een goede baan aangeboden gekregen. Hij komt dus zonder baan mee en heeft nu dus tijd om te leren vliegen. Wel grappig in dubbel opzicht een lange neus trekken naar het rollenpatroon. Een blanke man die een zwarte vrouw volgt vanwege haar carriere. Fantastisch!
Hij zit ook in de rechtuit en bochtenfase, maar Patrick – degeen die het in Amerika gaat (af)maken, zoals ik eerder al eens heb verteld – is in de fase van het leren landen. En dat is wel spannend, want het gaat niet zo best en toch moet ik het niet te vroeg overnemen omdat de fout dan nog niet evident is. Een heel boeiend proces, maar voor Patrick is het op dit moment vooral frustrerend.
Vrijdag 21 maart mocht ik op en neer naar Kayonza. En ken je de mop van de man die naar Kayonza ging? Hem werd op het laatste moment gevraagd om ook even bij Mweya langs te gaan!!
Alles was klaar, mijn klanten arriveerden en het waren een oude heer en idem dame. We schudden handen en zij vroegen waar ik vandaan was. De heer bleek ook Nederlands te zijn. In 1942 uit Nederland gevlucht. Hij heette Salomo. In 1945 in Mexico gearriveerd. En daar was hij diamantair geworden. En hij had het goed gedaan. Ze gingen nu de gorilla’s in Bwindi bekijken. Daarvoor moet je naast de gewone kosten van $300 per nacht per persoon ook een toegangskaartje van $1000 per persoon betalen. Er komen hier heel rijke toeristen.
We hadden een heerlijke vlucht en met wind mee duurde het een uur en vijf-en-vijftig minuten.
Daarna kon ik van zuid naar noord het Queen Elizabeth park overvliegen en het was gewoon geweldig. Ik hoop dat de foto’s die ik ervan geschoten heb zijn gelukt. Kuddes olifanten. Trompetters in de lucht bij het zien van zo’n vreemde vogel. Kuddes buffels en honderden nijlpaarden in het meer. In eerste instantie dacht ik dat het aanspoelend wrakhout was. Maar op een goed moment geloofde ik dat niet meer en ging ik het van dichtbij bekijken. Nijlpaarden zover het oog rijkt. Ongelooflijk.
Mweya laat zich makkelijk vinden. Ik had de GPS niet eens aangezet.Even later maakte ik kennis met een Engelsman en zijn in Denemarken woonachtige zoon van 12. Ze waren hier op bezoek bij allerlei scholen en weeshuizen. Om daar uiteindelijk geld aan te doneren. In de jaren zeventig was er veel straatjeugd en bijbehorende ellende. Het was zowiezo een akelige tijd met Idi Amin. Een soldaat had een groepje bijzondere ellendige jongeren gezien en had gedacht ze uit hun lijden te verlossen door er een handgranaat tussen te gooien. Eén jongen had het overleefd. Hij was liefdevol opgevoed door een Engelse voorganger. Uiteindelijk mocht hij ook in Engeland naar school en haalde hij een graad aan de universiteit van Oxford. Nu spant hij zich in om weeskinderen een kans te geven. Bij toeval was de man die ik nu in het vliegtuig had deze bevlogen man tegengekomen en hij was aangestoken door zijn enthousiasme. Hij is reder en kent veel mensen met teveel geld, zoals hij het zelf benoemde.
Vanaf Mweya loopt een rivier landinwaarts en die zijn we een eindweegs afgevlogen. Hier was het helemaal prachtig met buffels en olifanten. Een prachtig beeld van een olifant zwemmend over de rivier met alleen zijn grote hoofd boven water staat op mijn netvlies gegrift.
vrijdag 21 maart 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten