zondag 9 maart 2008

Kidepa

Vrijdag 7 maart ben ik met de Matatu naar Kampala gereden. Dat gaat voor dezelfde prijs van 700 shilling! Het is ook maar twee kilometer voorbij de rotonde waar ik eerder uitstapte.
Kampala is écht druk! Daar voelde ik me wel weer een beetje op mijn hoede. Maar gaandeweg werd dat gevoel weer wat minder.
Ik heb dan wel het gevoel dat ik onderhevig ben aan veel en heftige indrukken. Zoals je je in de branding staande moet zien te houden. Zo voelt het bijna letterlijk en ik moest ook soms even stil gaan staan om bewust met twee voeten op de grond te blijven staan. Dat heeft dan niks meer met angst te maken en ook niet met de heftigheid, maar gewoon met de veelheid van indrukken. Zoals de klappen die je in een turbulente wind krijgt. Niet een stijve bries zoals op het strand, maar de afwisseling van windsterkte, zoals achter de eerste duinenrij. Daar zit geen kwaadheid in en ook geen gevaar. Het is gewoon een onpartijdige kracht die alles wat het onderweg tegenkomt een zetje geeft. Zo voelde Kampala ook voor mij.
Uiteindelijk ben ik naar huis gelopen. Natuurlijk liep ik niet ineens goed. Dus kwam ik ook langs allerlei achteraf steegjes. Toch voelde ik me ook daar niet bedreigd, een heel prettige gewaarwording!
Via “Tank hill” ben ik uiteindelijk thuisgekomen bij “Makindye hill”. Een wandeling van drie uur. Iets dergelijks had ik een dag eerder ook al gedaan. Zo kom ik tenminste aan mijn lichaamsbeweging.
Ik geloof dat ik hier niet gauw zal gaan rennen vanwege het vele stof. Hoewel iemand me vertelde dat je het vliegveld op en neer kan rennen. Dat zou super zijn! Er is hier ook een klein zwembadje waar je zou kunnen afkoelen.
Wat ook heel grappig is, is dat - zogauw je uit het centrum bent - je een landelijk gevoel krijgt. De huizen staan ruim uit elkaar en er lopen hier en daar koeien. Met van die heel grote horens! Dus zowel in beeld, geluid als geur (flatsen) krijg je dat relaxte platteland gevoel. Eigenlijk is het echte Kampala zelf maar heel klein. Ik denk dat het minder is dan de helft van wat er binnen de grachtengordel van Amsterdam zit. Bij Amsterdam hou je dus veel langer dat gevoel van “bedrukt” in een grote stad, als je naar buiten loopt.

Vrijdagavond was er een muzikale avond bij de ARA (American Recreation Association) beneden aan de heuvel. Howard Davenport is een enorme muzikant en onze baas Jeremy McKelvie blijkt ook behoorlijk van de tongriem te zijn gesneden. Ze hebben solo maar ook samen en ook samen met anderen opgetreden. En dat allemaal na een avondje oefenen, knap hoor!!

Zaterdag zou ik met Howard mee naar Kayonzo bij het Bwindi Gorilla park in het zuid-westen, maar dat ging niet door dus heb ik me verveeld tot aan de lunch en toen ben ik naar huis gegaan. Voor de derde keer in de Mutatu.
De laatste twee keer vroegen ze wel gewoon 1000, dus heb ik moeten afdingen, wat ik op zich geen straf vind. Wel leuk eigenlijk. Vooral omdat ik natuurlijk gewoon wéét wat het moet kosten.
Op het moment dat ik uitstapte bij de rotonde was er een hoosbui aan de gang. Gelukkig had ik mijn jas bij me en gelukkig duurde het niet lang. Een vierbaansweg oversteken zonder voetgangerslicht is trouwens ook een interessante activiteit kan ik je wel vertellen.
Ook grappig dat je dan vanuit voetgangersstandpunt ineens dingen zoals “plassen” heel anders gaat zien. Er stond een hele rij mensen langs de weg te wachten en ik snapte niet waarom dus ik liep langs. Totdat ik naast een grote plas stond en er een auto aankwam. Toen snapte ik waarom die mensen stil stonden. Gelukkig heb ik een douche en een mevrouw die mijn kleren wast!

Zondag ben ik met Jim naar het veld gereden. We rijden meestal om kwart over zeven aan. Maar met Howard was het gisteren half zeven en dat vond ik wel vroeg. Vooral als ik dan op het laatste moment niet mee blijk te kunnen.
Met Steve ben ik in een Cessna 210 – een 206 met intrekbaar onderstel – naar Kidepa gegaan met twee toeristen. Kidepa ligt in het uiterste noordoosten, tegen Kenya en Sudan aan. Het ligt maar een 120 zeemijlen west, noordwest van Lodwar, Kenya, waar ons aller held Niels van der Linden voor Terre des Hommes vliegt (operatie hartslag, zie ook zijn link “missie in Kenya”).
Interessant dat ik in die richting al vrij snel hutjes met rieten daken zag, terwijl in westelijke richting alles golfplaat is. Blijft dat al het land intensief bebouwd wordt. We vlogen recht over een groot meer dat het Kyoga meer bleek te zijn (de K spreek je uit als een TSJ). Langzamerhand zie je het droger worden. Rond Kampala is het één groot moeras. Open water zie je niet veel, maar de onontgonnen groene vlakten vertellen hun eigen verhaal. Bij het Kyoga meer komt ook een heel grote rivier uit het zuiden. Dat blijkt de Nijl te zijn, die helemaal via Egypte uiteindelijk in de Middellandse zee terecht komt.
Verder noord komen we ineens bergen tegen. Nu – in de droge tijd – is het nog erg heiig dus ze zijn erg vaag. De droge tijd loopt echter op zijn laatste benen. Dus binnenkort kunnen we genieten van prachtige vergezichten. Het is allemaal niet hoog en op achtduizend voet komen we er wel overheen. Meer naar het westen zijn de bergen hoger. Wij kruisen hier een paar uitlopers.
Het veld zelf ligt in een ruime vallei. De bergen aan de noordzijde liggen al in Sudan. Er zijn een aantal grote rotsformaties in de vlakte. Eén ervan is een schuilplaats van Idi Amin geweest vertelt Steve. Je kunt er nog een paar vervallen gebouwen waarnemen en je kan je goed voorstellen dat zo’n schuilplaats niet makkelijk te vinden is en ook niet makkelijk te overrompelen.

De baan zelf ligt een klein beetje op een helling, maar omdat de hele valleibodem in dezelfde helling ligt valt het niet op. We landen helling op en met een enorme tegenwind, maar Steve staat erop om hellingaf en dus met een enorme staartwind te vertrekken. Omdat de staartwind echt wel heel duidelijk is (er staat een flinke bries, windkracht 4-5), terwijl de helling helemaal niet duidelijk is, is dat een heel raar gevoel. Steve zegt dat Jeremy één keer – in zijn eentje - tegen de wind in is opgestegen, tegen de helling op, en dat hij dat bijna niet had overleefd. Nou ja dat is dan wel belangrijke informatie wat je noemt.

Het is interessant dat ze hier – in tegenstelling tot de Centraal Afrikaanse Republiek – helemaal geen gebruik maken van de HF radio. Dat komt omdat het hele land wordt gedekt door het mobiele telefoonnetwerk. Bij de MAF heb ik nog wel zo’n krakende radio gezien en gehoord en het heeft beslist een hoop nostalgische waarde, maar de mensen SMS-en zich hier rot. Op de verschillende foto’s die ik hier op de blog heb gezet zie je ook verschillende mensen in concentratie gebogen over hun mobieltje. Bijvoorbeeld Steve op Pakuba. Het is hier ook heel gewoon dat een gesprek wordt onderbroken door een telefoontje of een SMS. Onbeleefd is dat kennelijk niet.
Nou ja.

De verkeersleiding laat soms wat te wensen over. Jim ging van A naar B en werd door de verkeersleiding op 5500 voet gezet. Howard ging van B naar A en werd door de verkeersleiding op 5500 voet gezet. Beide naderden de aanvliegroute van Entebbe. Beide realiseerden ze zich dat dit een potentieel gevaar opleverde. De verkeersleiding realiseerde zich dat niet...
Nadat ze de tijd hadden genomen om de verkeersleiding te overtuigen dat dit niet handig was namen ze het heft in eigen hand en zo ging het allemaal nog net goed. Achteraf maakten ze zich er enorm boos over dat de verkeersleiding dit zo slecht had opgepakt.
Mijn beeld was in eerste instantie een hoop stennis om niks. Ik ben gewend om de verkeersleiding te vertellen wat ze willen weten en verder op mezelf te passen. Ik vond dat ze rijkelijk laat het initiatief in eigen hand namen om een botsing te voorkomen. Nu begrijp ik dat hun ergernis voortkomt uit betrokkenheid. Ze hebben al eerder aan de bel gehangen om deze en andere situaties aan te kaarten.
We leveren bijvoorbeeld een vliegplan in per telefoon. Als we ze dan – eenmaal in de lucht - aan de radio krijgen willen ze alle info opnieuw via de radio hebben. Dat eindigt dan vaak in “wat?” en “he?” en intussen raken potentiele conflictsituaties zoek. Ze hebben nu net geavanceerde radarapparatuur gekregen en Jim – die een vriendin bij de verkeersleiding heeft – heeft voorgesteld om een vergadering te beleggen om deze dingen te bespreken. Ze hebben ook een radarsimulator en daarop wil hij verschillende scenario’s naspelen. Onder andere zijn bijna botsing met Howard. Afgelopen woensdag was de grote dag. Van de 30 verkeersleiders waren er 3 komen opdagen. Ook de grote baas had op het laatst nog een alternatieve activiteit gevonden waar hij niet gemist kon worden. Degeen die de simulator moest bedienen was er ook niet, dus het was nogal een teleurstelling. Hij gaat het deze week nog eens proberen.

Geen opmerkingen: