Zondag 23 maart, Pasen. Howard gaat naar de kerk en ik heb gevraagd of ik meekan? Natuurlijk kan ik mee, graag zelfs. Dan voelt ie zich iets minder een stukje peper in een zoutpot – eigenlijk natuurlijk omgekeerd, maar ja. Howard is al grootvader van vier kleinkinderen, maar hij heeft hier een vriendinnetje van twintig opgeduikeld. Het lijkt mij erg vermoeiend, maar ieder het zijne. Om acht uur zullen we vertrekken. We pikken dan eerst Maggie op. Zij is de ex-vriendin van Jim. Het is haar kerk waar we op bezoek zullen gaan.
Om acht uur loopt Howard al vijf minuten te ijsberen, maar zijn vriendin Jackie is zich nog aan het optutten. Howard is iemand van de klok. Dat botst hier in Afrika nog wel eens.
Even later zitten we dan toch in de auto en scheuren we richting Maggie. Het scheuren moet je hier relatief zien, want als je hier veertig rijdt lijkt het al enorm hard omdat je de hele tijd overstekende mensen, spelende kinderen, leggende kippen, enzovoorts moet ontwijken.
Maggie is nog niet zo makkelijk te vinden, maar uiteindelijk zijn we dan toch gearriveerd. Enigszins achter onze adem, want we zijn toch wel wat laat, stormen we het huis van Maggie binnen. Eigenlijk hadden we verwacht dat ze klaar zou staan, maar nee.
En daar is Maggie dan. Of we een kopje thee wensen? Howard en ik hebben alles achter de kiezen, maar Jackie heeft nog niks gehad dus: graag! Ze krijgt er nog een boterham bij ook. Howard probeert zich er intussen bij neer te leggen.
Maggie is een bijzonder mens. Beide ouders waren overleden tegen de tijd dat zij tien was. Gelukkig was er een oom die zich over de kinderen ontfermde. Ze heeft in de luchtmacht gewerkt. Daardoor heeft ze Rusland en Israel (waar ook cursussen in Russische MIG technologie worden gegeven) leren kennen en waarderen. Ze heeft HBO electrotechniek gedaan en ze doet nu universiteit datacommunicatie. Ze heeft het voor elkaar gekregen om verkeersleider op de verkeerstoren van Entebbe te worden (90 gegadigden voor 5 plaatsen). En ze heeft in haar achtertuin 550 kippen lopen waarmee ze eieren wil produceren. Hier doen dertig eieren 5000 shilling en dat is al heel erg de moeite waard, maar in Juba (zuid Sudan) doen dezelfde eieren 20.000 shilling. Dit intrigeert haar zo, dat ze daar vast ook wel weer een oplossing voor vindt.
Afijn, ze is dus altijd bezig maar – zoals je ziet – nooit gehaast. Het heeft namelijk geregend en dan begint de kerk nooit op tijd. Dat was natuurlijk wel een stukje informatie dat wij mistten.
Eindelijk is iedereen dan gereed voor vertrek. Het is droog nu maar iedereen spoed zich in paasbest naar de kerk, dus Howard moet zorgvuldig sturen, want met zo’n grote vierwielaangedreven auto door een modderplas rijden levert een hoop vieze kleren en boze gezichten op.
De kerk blijkt prachtig op de top van een heuvel gelegen, maar de weg ernaartoe is – net als de rest van de wereld – nat en modderig. Er staan een aantal motorfietsen te klunzen en Howard merkt wrevelig op dat ze daar in de weg staan. Het valt me zowiezo op dat westerlingen hier vaak en snel oordelen over de gekleurde medemens. Dat vind ik wel eens vervelend en ik zeg er ook wel eens wat van, maar ja.
Als de motoren eindelijk weg zijn neemt de auto voor ons – een gewone auto – een aanloop en haalt het net. Dan begint Howard vol vertrouwen en zonder aanloop en ja hoor: halverwege staan we stil. Maar met de rem erop schuift het hele zooitje weer achteruit, totdat het – vlak bij de rand – tot stilstand komt. Aan beide zijden is een steile helling! We zijn allemaal wat beduusd en Howard wil dat we eruit gaan. Als ik ernaast sta realiseer ik me ineens dat dit zo’n auto is waar je aan de buitenkant in de voorwielen iets moet verdraaien voordat de vierwiel aandrijving werkt. Dat scheelt wel maar het resulteert niet in succes. Gelukkig zijn er een aantal jongens die wel willen duwen en dan staan we gauw boven.
Zoals gezegd staat de kerk op de top en dat resulteert in een schitterend uitzicht naar alle kanten. Het is een mooi gebouw met een idem interieur: prachtig witte glanzende vloertegels. Een heel verschil met andere kerken die we in Nieuw Guinea en Centraal Afrika zagen. Ik zal dat jongetje nooit vergeten wat opstond in de kerk, zijn broekje liet zakken en een plasje deed!
Niet aldus hier. Gepolijst en modern. En daar kwam ik aan met een laag rode modder onder mijn schoenen...
Ken je Asterix en Obelix in Helvetia? Asterix en Obelix hebben in het meer van Geneve gesparteld en komen in een herberg. De propere Zwitser loopt met een zwabber achter hen aan. Evenzo ging dat hier. De man bij de deur – die iedereen de hand schudde bij binnenkomst – liep met een zwabber achter mij aan. Evenlater moesten we een eindje lopen: hup daar was de zwabber weer. En alles uiteraard heupwiegend, want er was veel muziek en Afrikanen kunnen dan niet – zoals wij – stilzitten.
De preek was buitengewoon, maar ik zal jullie daar verder niet mee lastig vallen. Na de preek hebben wij wijselijk een andere weg naar huis gekozen. Nu regende het weer pijpestelen en dat is de rest van de dag zo gebleven. Overal langs de weg zie je diepe geulen en nu snap ik dat dat geen overdreven luxe is. Met zoveel regen ontstaan daar adhoc brullende bergbeken. En schoon is de stad weer!
Intussen besloten wij dat we ons paasmaal bij de Chinees zouden genieten en zo zaten we dan om een uur of twaalf bij de Chinees. Links en rechts van ons stonden pannetjes en emmertjes om het water van het lekke dak in op te vangen. En dan is het interessant wat de voortschrijdende techniek voor effect heeft op de sociale interactie hier. Je ziet dan drie mensen – ja Howard ook, die heeft zich ook al ernstig aangepast op dit vlak – om de tafel zitten, terwijl ze ingespannen naar hun kruis turen. Het ziet er erg ongewoon en lachwekkend uit, maar ze zijn dan dus aan het SMSsen. Kennelijk is het onbeleefd om dat boven tafel te doen. Er zijn maar weinig mensen die een goed gesprek niet onderbreken als de telefoon rinkelt. Het is de omgekeerde wereld.
Overigens trof ik laatst een man die herstellende was van iets wat op een dwarslaesie leek. Hij was vanaf zijn nek verlamd. Hij had in het meer gezwommen en daar had hij Bilharzia opgelopen. Die had eitjes in de zenuwbaan in zijn nek gelegd en toen die waren uitgekomen was die zenuwbaan zo in de verdrukking gekomen dat hij verlamd raakte. Dat is toch wel even schrikken. Los daarvan: het meer ziet eruit alsof het de zee is, maar het is natuurlijk zoet water, dus het zit er tjokvol met krokodillen en nijlpaarden. Dus het is misschien zowiezo niet zo’n goed idee om er te zwemmen.
Overigens: deze man zwemt vaak in het meer en heeft ook al vaak Bilharzia gehad. Meestal komt het in een onschuldiger vorm en het is – mits goed gediagnostiseerd – goed te behandelen. Hij liep nu ook alweer gewoon rond.
dinsdag 25 maart 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten