vrijdag 11 april 2008

Onderweg naar lake Mburo

Dinsdagmorgen ga ik dan eindelijk onderweg. Net als ik naar buitenloop gaat het regenen. Gelukkig duurt het niet lang. Vervolgens komen we met de Matatu (taxi busje) in de file. Genoeg reden om me druk te maken dat ik te laat zal komen voor de bus, die een keer per dag gaat.
Uiteindelijk haal ik het natuurlijk op mijn sloffen.
Ik zit helemaal voorin en ik kan dus maximaal genieten. Waar eenieder in Kampala heel voorzichtig te werk gaat in het verkeer, daar geeft de bus gewoon gas en drukt op de toeter. Wedden dat ie vrij baan heeft...
De busrit is een must see to believe ervaring met een hoog spanning gehalte. Zo haalt de bus vaak in. De inhaal manoeuvre is tergend langzaam, de weg is niet meer dan een Frans landweggetje. Naast het asfalt heb je een stukje meer of minder berm en dan vaak niks meer. Als dan de bus een vrachtwagen inhaalt, die moet uitwijken voor een fietser, gebeurt het herhaaldelijk dat we door de berm stuiteren met een tachtig kilometer per uur. Dit alles natuurlijk terwijl de buschauffeur net geinteresseerd de inhoud van zijn neus inspecteert of net terwijl hij een belangrijk bericht aan zijn vriendin aan het SMSsen is. En dat allemaal voor vier euro! In Disneyland zouden ze je voor zo n bijna doodervaring het honderdvoudige vragen.
En daarmee is het nog niet klaar, want tegelijkertijd is het ook net als of je midden in een aflevering van National Geographic rondloopt. Prachtig allemaal.

Via de evenaar gaan we naar Masaka en dan richting Mbarara. Een veertig km voor Mbarara stoppen we in een gat dat Sanga heet. Daar stap ik eruit. Meteen staat er al een motorrijder klaar om me verder te brengen en achterop de motor is met dit weer wel super. Over een onverharde weg is het nog eens dertig kilometer naar lake Mburo. Maar het duurt toch niet lang of daar loopt potverkoffiebonen al de eerste Zebra. Die heb ik nog nooit een gezien. Even later volgt een poort en daar moet ik betalen en dan zijn we echt in het park. Het is evengoed nog tien km voordat we op de camping zijn. Ik krijg een lief huisje wat ze hier banda noemen. Het is een camping maar je kan ook een huisje met twee twijfelaars huren. Een tent kost per nacht 10.000 sh, een banda kost 15.000 sh, dus voor de kosten hoef je het niet te laten. Het is inmiddels wel zowat twee uur dus tijd voor de lunch. Ik mag nergens alleen naar toe vanwege het gevaar in een wildpark. Basjir profileert zich als mijn persoonlijke begeleider deze dagen en hij rijdt me voor een luttel bedrag op en neer naar het restaurant, wat zich aan de oever van het meer bevindt. Toch weer vijf km verderop. Prachtig gelegen aan dit idyllische meer is het restaurant niet meer dan een rietoverdekt terras. Maar het eten smaakt er extra lekker door. Ze hebben een fantastisch spijskaart, maar ze hebben voor het ontbijt alleen ei en variaties daarop en voor de lunch en diner hebben ze alleen ouwe taaie maar wel goed geroosterde koe, patat en een tomaat ofzo erbij. Maakt niet uit, is alleen maar lachuh en het is evenzogoed op zo n afgelegen plek een onvoorstelbare luxe. Naast de onvermijdelijke variatie aan vogeltjes - op jacht naar etensresten - dient zich ook een aapje aan op zoek naar eten, schattig!
Na de lunch neemt Basjir me mee op een toer door een stukje van het park. Ik zie een onvoorstelbare rijkdom aan beesten en natuur. Zebra s, Antilopen, Wrattenzwijnen, Apen, teveel om op te noemen. Basjir wijst me ook nog op twee dode zebra s. Interessant om van dichtbij te bekijken. Helemaal leeggegeten, maar de huid is nog practisch intact. Levert ook geen stank op...
Basjir verzorgt ook de koude en de warme douche. Dat is een oliedrum volgooien met water en er dan al of niet een vuurtje onder stoken. Deze keer is hij te enthousiast geweest. Het is gloeiend heet water geworden en de koude kant is leeg. Met een teil koud water om bij te mengen kom ik via mandien toch nog aan mijn trekken. Een heerlijke avond met olielamp, pijp en boek sluiten een fantastische dag af en als ik evenlater mijn tanden poets sla ik steil achterover van alle sterren die ik zie. Hoewel stil en rustig in vergelijking met Kampala is het toch een continue geroezemoes rondom van alle dieren die zich vrijelijk overal bewegen.

Woensdag wandel ik met Jameson weg om half zeven s morgens. We gaan vier uur wandelen door het park en hij wijst me een keur aan beesten aan. Het is een prachtig gebied met steil uit de vlakte verrijzende heuvels en mooie bijbehorende vergezichten. We zien heel veel Impala s die in Uganda alleen maar hier schijnt voor te komen en we zijn ook bofferds dat we de schuwe Bongo een paar keer te zien krijgen. In de CAR was dat een hoger geprezen trofee dan een olifant. Jameson brengt me om half elf bij het restaurant waar ik me kan gaan vergapen aan de mogelijke variaties op een ei. Ik was erg nieuwsgierig wat PANCHED EGG wel niet zou zijn. Het bleek alleen maar een platgeslagen ei te zijn.
Na de lunch ben ik voor de siesta naar huis gereden door Basjir en net toen we thuiskwamen begon het verschrikkelijk te regenen. Die middag zou ik met Basjir een lange tocht met de motor en te voet naar een bos maken. Net toen we dat zouden doen werd het mooi weer en dat was wel heel fijn. Als het regent wordt het hier echt wel fris. Basjir moest na de vierde klas middelbare school ophouden wegens gebrek aan geld. Hij werkt hier nu een jaar en kan je alles vertellen over beesten en planten. Zijn Engels is ook prima, een heel intelligente jongen. Bovendien is hij de oudste en zijn pa doet het niet meer zo goed, dus hij springt bij in de scholing van zijn jongere zusjes en broertjes. Benevens het levensonderhoud. Je zou denken, handige babbel tegen rijke toerist, maar hij komt er niet mee. Het is dat ik vraag en doorvraag dat ie me uiteindelijk vertelt hoe de vork in de steel zit.
Na dit uitje dropt Basjir me weer bij het restaurant voor het diner. Ik kan eindeloos voor me uitkijken hier. Er valt natuurlijk ook genoeg te zien, maar normaal zou ik zonder boek ongedurig worden en nu merk ik dat na een eerste periode van onrust er wel een rust voor in de plaats komt waar ik misschien nog iets van leren kan. Al dat gehaast heb ik eigenlijk nog nooit van mij af kunnen zetten. Om stil te zitten zonder iets te doen is misschien ook wel een beetje eng. Kon wel eens confronterend zijn.

Donderdag ochtend ben ik weer vroeg op weg met Jameson. Naar het moeras gaan we deze keer. Hoewel we ze van alle kanten horen zien we geen enkel Nijlpaard. De natuur is evengoed prachtig en het is leuk om helemaal los van wat voor pad dan ook door de natuur te banjeren. We zien onder andere twee torren die met vereende krachten, de een duwend en de ander trekkend, een keutel voortbewogen. Ook heb ik nu een dwarsdoorsnee gezien van een termietheuvel. Allemaal kamertjes en hokje. Dat spul ontstaat doordat een termiet iets eet en het weer uitschijt. Dat eet een andere termiet dan weer op enzovoorts. Net zolang totdat het stevig cement is. Het resulterende bouwsel is van een complexiteit, daar is Manhattan kinderspel bij. Ongelooflijk.
Ik heb ook een Hyena gezien. Die wonen in de gaten die miereneteres maken van de termietbulten. Ze staan soms wel vier meter boven de grond, maar dan zit het vaak ook vier meter onder de grond.
Na de lunch en na de siesta, die weer rijkelijk overspoeld is door hemelwater, is het om vier uur s middags tijd voor een boottochtje over het meer. Twee krokodillen , een aantal Nijlpaarden en heel veel Visarenden verder , inclusief bijbehorende visdemo s, ben ik onder de indruk van dit park en hun parkwachters. Ze weten haast op elke vraag wel antwoord en ze tonen een grote liefde voor hun werk.

Ik vond het heel bijzonder om op een camping te zijn waar de antilopen, bavianen, wrattenzwijnen enzovoorts ook gewoon maar zo rondlopen. Deed me een beetje denken aan het paradijs....

Vandaag ben ik weer op weg gegaan. Voelde weer een klein beetje auw. Maar ook wel weer goed zo. Basjir bracht me na een proteine rijk ontbijt weg naar Sanga. Ik wilde de postbus hebben die om twaalf uur zou langskomen, dus ik was er om elf uur. Stond er net toevallig een Rwandese bus, ook zo n grote, die ook die kant opging. Dus dat was vet boffen. Het stuur zat aan de verkeerde kant en ik bofte enorm, omdat ik helemaal vooraan naast de bestuurder mocht zitten. Prachtige uitzichten en idem verhalen als eerder.
Ik zit nu in Kabale aan lake Bunyonye en hiervoor moesten we heel veel haarspelden door om over de bergen te geraken. De bergen zijn hier volledig overdekt door terrassen. Een bijzonder gezicht.

Geen opmerkingen: